Afbeelding
woensdag 17 oktober 2018, 09:30

Echtpaar blijft na brandstichting met flinke schade zitten

STEENBERGEN – Ze balen er enorm van – Jan en Annie van Tillo uit de Fuksiastraat. De vandaal/brandstichter in Zuid sloeg in de nacht van 30 september op 1 oktober opnieuw toe. “Nadat hij de vrijdag daaraan voorafgaand al weer brand had gesticht in de Magnoliastraat”, zo weet het tweetal. Nu ze wat van de schrik zijn bekomen beginnen ze zich af te vragen. “Wat bezielt de dader”.

Annie van Tillo baalt dubbel. Ze is minder mobiel na een recente operatie en moet zich via een rolstoel verplaatsen. Ze schreef een ingezonden brief die vrijdag in Steenbergse Courant wordt geplaatst. Daarin beschrijft ze de schade en de ellende die het echtpaar door de brandstichting heeft. “Sta je er zelf nooit een bij stil? Wat is je reden? Een minuut van je daad zijn weken zorg en werk voor ons. ….. Wij kunnen alleen maar hopen dat je tot het besef komt en hopelijk heel snel, voordat je anderen ook weer schade berokkent”, zo laat de gedupeerde weten.

Het vuur was reeds gedoofd

Van de brandstichting zelf heeft het tweetal ’s nachts niets gemerkt. Jan van Tillo ging ’s ochtends naar hun schuur en rook een stevige brandlucht. “Ik schrok me rot, toen ik de schuur opende”, vertelt hij. Binnen was er brand- en roetschade, het vuur was reeds gedoofd. In een stalen kast bewaarde Jan van Tillo verf en diverse brandbare stoffen zoals terpentine en wasbenzine. “De verfbussen waren opengesprongen, gelukkig was er niets van de vloeistoffen in de hens gegaan, anders waren de gevolgen wellicht nog erger geweest. Stel je voor dat het geen stalen maar een houten kast was geweest”.

Benzine ingespoten

Jan van Tillo vertelt dat ze slechts de politie hadden gebeld, de brandweer was niet nodig, het vuur was immers al gedoofd. “Bij inspectie wist de rechercheur het meteen. Hij rook het al. De brand was aangestoken nadat een rooster achter in de schuur was verwijderd en er benzine in de schuur was gespoten. De brandstichter is via de brandgang gekomen en vertrokken”.

Uit de Steenbergse Courant