Bewoners woonwagenwijk Westlandselangeweg opgelucht voor familie
STEENBERGEN – Eerder deze week werd bekend dat de stoffelijke resten in de speciekuip die op 23 januari jongstleden uit het Schelde-Rijnkanaal werd gehaald, onomstotelijk van de vermiste Johan van der Heyden zijn. Sindsdien overheerst onder de bewoners van de woonwagenwijk aan de Westlandselangeweg in Steenbergen het gevoel van opluchting voor de familie van Van der Heyden. “Het lijkt ons vreselijk wanneer het lot van iemand waar je van houdt onzeker is. De familie krijgt nu de kans om echt afscheid te nemen,” aldus een woordvoerder.
Het nieuws betekent vooralsnog geen afsluiting van wat volgens de woordvoerder “een traumatische periode” is geweest voor de woongemeenschap. “De mensen zijn echt getraumatiseerd door de situatie, met name ook de kinderen die gelukkig professionele begeleiding krijgen. Het is ook niet zomaar iets wat zich hier heeft afgespeeld. In één klap werd onze veilige, leuke buurt een plek waar zich een vreselijke misdaad heeft afgespeeld.”
Woonwagen weg
De bewoners denken dat het afvoeren van de woonwagen waar de verdachte moeder en dochter woonden, zal helpen bij de verwerking. “Deze procedure wordt volgende week al in gang gezet dus we hopen dat het snel geregeld is. Het zal fijn zijn wanneer het gebouw waar het allemaal gebeurd is, weg is en de plek leeg. We kunnen nu gaan werken aan het herstel van ons normale leven. Voor mensen die hier niet wonen, is het heel moeilijk om te begrijpen wat de impact van dit alles is geweest. Ons hele leven hier heeft maandenlang op zijn grondvesten gebeefd en het zal een tijd duren om daar bovenop te komen.”
Lachend en zwaaiend
Een aantal van de bewoners van de wijk heeft op 20 januari jongstleden de rechtszaak bijgewoond waar ook hoofdverdachte Nikki S. verhoord werd. “Het moment waarop hij de rechtszaal lachend en zwaaiend verliet, is hen niet in de koude kleren gaan zitten.” Reden te meer om opgelucht te zijn dat met de vondst en identificatie van de stoffelijke resten, de zaak nu echt rondgemaakt kan worden. Alle daders krijgen de straf die zij verdienen en zo hoort het.”
Door: Dasja Abresch
