Over de gemeente Steenbergen

De gemeente Steenbergen ligt in West-Brabant, precies midden tussen de wereldhavensteden Rotterdam en Antwerpen. Het is – met zijn 16000 hectare – de op een na grootste gemeente van Noord-Brabant. De gemeente Steenbergen bestaat uit zes kernen: De Heen, Dinteloord, Kruisland, Nieuw-Vossemeer, Steenbergen en Welberg.

Op 1 januari 1997 ontstond de huidige gemeente Steenbergen uit de toenmalige gemeenten Dinteloord, Nieuw-Vossemeer en Steenbergen. Door dit samengaan werd zij de op een na grootste gemeente van de provincie Noord-Brabant. De kernen van de gemeente Steenbergen huisvesten te samen met het uitgebreide poldergebied zo’n 23.000 inwoners.

De Heen

De kleinste kern van de gemeente Steenbergen telt circa 600 inwoners die hun onderdak vinden in een 250 tal woningen. De Heen kreeg in de afgelopen decennia een recreatieve functie. Voornamelijk vanwege zijn rustieke ligging aan een zijarm van de Steenbergse Vliet. Het dorpje heeft een goed geoutilleerde jachthaven, een camping en horecagelegenheden die een gastvrije pleisterplaats zijn voor de vele recreatie fietsers die het  treffen op hun toertochten.Niet ver van De Heen – zowel bereikbaar via polderwegen als via het water – ligt een prachtig natuurgebied: de Slikken van de Heen, die aansluiten op de Dintelse Gorsen. Met als verbinding het karakteristieke sluizencomplex Benedensas. Op deze plek stroomt De Vliet in het Volkerak. Nog steeds zijn sporen te zien van de vroegere getijdenwerking en de oude kreken die zich dagelijks vulden met het zoute water. Na de verzoeting door de afsluiting van het Volkerak ontstond een prachtig wandelgebied, waar de wandelaar tussen de Schotse Hooglanders en wilde paarden kan genieten van unieke natuur. Bij het sluizencomplex liggen nog twee goed geoutilleerde jachthavens.

Dinteloord

Met 5600 inwoners is Dinteloord na Steenbergen de grootste kern. Gelegen aan het riviertje De Dintel is het een kern met historie. De geschiedenis van Dinteloord begint met de inpoldering van het Prinsenland (1605), het gebied tussen de riviertjes Vliet en Dintel. De eerste bewoners van Dinteloord waren voornamelijk Protestantse boeren uit Zuid-Holland en de Zeeuwse eilanden. Het dialect in Dinteloord is om die reden niet het Brabants, maar het Hollands.

Dinteloord wordt omgeven door vruchtbare kleigronden. Deze zorgden voor een sterke groei van de agrarische sector. In de 18e eeuw werd meekrap verbouwd, in de 19e en 20e eeuw vierde de teelt van suikerbieten de boventoon. Op Dinteloords grondgebied staat het complex van de Suikerunie, de grootste suikerfabriek van Europa in zijn soort. Hier wordt thans een groot Agro Food Cluster gerealiseerd met tal van bedrijven die Agro gerelateerd zijn. Dit project geeft een sterke impuls aan de Bio Based Economy in de gemeente Steenbergen.

In 2005 vierde Dinteloord feestelijk het 400-jarig bestaan en liet het zien waarin een kleine plaats groot kan zijn. Dinteloord heeft een levendig kernwinkelgebied met diverse gespecialiseerde winkels.

Kruisland

In 1487 werd op bevel van Engelbrecht II van Nassau de Kruislandse polder drooggelegd. De nederzetting die hier ontstond nam al vrij snel de naam van de polder over. In 1682 werd Kruisland grotendeels verwoest tijdens een watersnood. Toch lieten de bewoners zich niet verslaan en langzaam groeide Kruisland tot een compact dorp. Ruim tweehonderd jaar later – in 1892 – kreeg het dorp een eigen station en tot 1934 was het aangesloten op de tramlijn tussen Oudenbosch en Steenbergen.

Omgeven door polders heeft Kruisland zijn eigenheid bewaard. Het dorp kan bogen op een hecht verenigingsleven en een actieve horeca. De grootste verenigingen zijn Sportclub Kruisland en Tennisvereniging Krego. In Kruisland is het interessante Ambacht- en Gereedschapsmuseum De Holle Roffel gevestigd. Begin september, op de tweede zaterdag en zondag in deze maand, houdt Kruisland zijn traditionele jaarmarkt.

Nieuw-Vossemeer

In het begin van de vijftiende eeuw (1410) gaf de graaf van Holland en Zeeland, Willem van Beieren, de ‘Heerlijkheid Vossemeer’ te leen aan zes ambachtsheren. Zij dienden het gebied te bedijken en dat gebeurde vervolgens zo’n 450 jaar lang. In 1567 verrezen, na de bedijking van de Hoogplaat, de eerste huizen en de start van het dorp Nieuw-Vossemeer was een feit. Tijdens de 80-jarige oorlog (1568-1648) verbrandden Spaanse soldaten de huizen echter en zetten ze het gebied onder water. In 1609 startte de wederopbouw; twee honderd jaar later werd Nieuw-Vossemeer door Lodewijk Napoleon losgemaakt van Oud-Vossemeer en Zeeland.

Nog eenmaal kreeg Nieuw-Vossemeer een zwarte klap te verduren: in 1953 werd het geteisterd door de Watersnood en verloren vijftig inwoners het leven. Nieuw-Vossemeer was inmiddels bekend geworden als het dorp van Merijntje Gijzen, van schrijver AM de Jong, die in 1944 door de Duitse SS werd vermoord. Midden in het karakteristieke dorpscentrum is de woning van deze schrijver omgebouwd tot het AM de Jongmuseum. Dit laat naast wetenswaardigheden over de schrijver ook de geschiedenis van Nieuw-Vossemeer en omgeving zien. Zo is door Heemkundekring Ambachtsheerlijkheid in het museum ondermeer het befaamde café van Keeke de Kongo deels opgebouwd. Niet ver uit het dorpscentrum staat de gerestaureerde korenmolen Assumburg, waarin een molenmuseum is gehuisvest. Naast de molen is een van de twee campings gevestigd, die het dorp rijk is.

Meer informatie over Nieuw-Vossemeer: www.foxlake.nl

Steenbergen

De kern Steenbergen is met 11.000 inwoners de grootste van de zes gemeentelijke kernen. De plaats is een Nassaustad en kreeg in 1272 stadsrechten. Van oudsher heeft Steenbergen een regiofunctie en prijst zich om die reden gelukkig met een gevarieerd en compleet winkelbestand. Het merendeel van deze winkels is in het compacte centrum gevestigd. De kleine weekmarkt en de goed vertegenwoordigde horeca completeren de plaats. Steenbergen heeft in het centrum een jachthaven, die vanaf het Volkerak, via de Vliet bereikbaar is. Van heinde en verre is de grote toren van de Gummaruskerk goed zichtbaar. Deze kerk werd in 1900 gebouwd naar een schets van de bekende architect Cuijpers (ontwerper van onder meer het Rijksmuseum en het centraal station Amsterdam).

Na het aanvankelijk rijke verleden, waarin zout- en turfwinning voor goede inkomsten zorgden en een voorspoedige groei in de 13e en 14e eeuw vanwege de strategische ligging tussen Holland en Vlaanderen kreeg de plaats letterlijk zware klappen in de 80-jarige oorlog. Steenbergen werd in het begin van de 17e eeuw nagenoeg geheel verwoest. De eeuwen die volgden waren er van opbouw en bloei door meekrap- en suikerbietenteelt. De grote suikerfabriek van de familie Van Loon was daar het gevolg van. Deze fabriek sloot echter in 1980 zijn deuren. Het was overigens niet het enige grote bedrijf dat dit deed, ook de garenspinnerij van Enka (later Akzo en Van Maaren) onderging dit lot. Tegenwoordig zijn de meeste bedrijven gevestigd op de industrieterreinen Reinierpolder I en II. Daarnaast heeft Steenbergen een sterke agrarische sector met naast akkerbouw- en veeteelt ook diverse grote glastuinbouwbedrijven die in het Steenbergse Westland zijn gesitueerd.

Steenbergen afficheert zich als een plaats waar het plezierig en rustig wonen is, in een landelijke omgeving, met volop ruimte. En dat op slechts een goed half uur autorijden van zowel Rotterdam als Antwerpen. In Steenbergen worden jaarlijks diverse evenementen georganiseerd. Zo is de Steenbergse Jaarmarkt een begrip in de streek. In het eerste volle weekend van de maand september wordt deze gehouden en trekt het evenement duizenden bezoekers uit de regio. Ook het Beach volleybaltoernooi is inmiddels uitgegroeid tot publiekstrekker.

Welberg

Dicht tegen de kern Steenbergen leunt Welberg, waar de ruim 1100 bewoners trots zijn op hun eigen identiteit. Aanvankelijk ontstond Welberg door lintbebouwing langs Corneliusstraat en Welbergsedijk. Welberg is een rustige gemeenschap die naast onderdak aan de vaste bewoners ook woonruimte biedt in het voormalig klooster Stella Maris. Dit is recentelijk omgebouwd tot woonhotel voor voornamelijk Poolse mensen die werk vinden in ondermeer de kassen van het Westland.

Welberg heeft een bijzonder actieve dorpsraad en een ernergieke ontspanningsvereniging (OVW) die in het dorp tal van activiteiten organiseert. Daarnaast telt Welberg een aantal bloeiende verenigingen. Niet alleen Sportclub Welberg, die flinke groei doormaakt na de komst van het nieuwe voetbalpark, maar ook actieve clubs als MWJ De Klup en JF Kennedygroep. Welberg is bij de oude garde ook bekend als pelgrimsoord. Hier kreeg Janske Gorissen haar visioenen. Zij kreeg het geloof van een groot aantal katholieken uit Brabant en Vlaanderen. En van dorpspastoor Ermen, die haar steunde. Maar er waren ook flinke twijfels aan de gebeurtenissen. Tussen 1930 en 1950 kwam Welberg zo flink in de belangstelling. Het kapelletje aan de Hoogstraat is destijds ten behoeve van de verering van Maria gebouwd.