Afbeelding
maandag 7 juni 2021, 13:30

Vrijwilligers uilenwerkgroep gingen op kraambezoek

DE ZES KERNEN – De Uilenwerkgroep Steenbergen maakte een inspectieronde langs alle gastgevers die een nestkast voor kerk- of steenuilen op hun terrein hebben. Bij ieder kraambezoek stond het hart van de vrijwilligers even stil wanneer het dak van de kast ging. Het moment dat volgde, is er een van vreugde of teleurstelling.

Deze tweedeling in emoties kent dit jaar een scherpe scheidslijn tussen de steenuil en de kerkuil. De laatstgenoemde soort heeft zware verliezen geleden als gevolg van de late vorst- en sneeuwperiode. Binnen enkele dagen stierven vele van deze prachtige roofvogels en dat heeft onvermijdelijk gevolgen voor de populatie. “We hebben nog maar acht kuikens geteld,” vertelt vrijwilliger Wendy Versteeg met bezwaard gemoed.

Corneliuskerkuil

Drie kerkuilskuikens groeien momenteel naar volwassenheid boven de gewelven van de Corneliuskerk op de Welberg. De kerkuilen zijn hier al decennia vaste bewoners en helpen om het muizenvolk in bedwang te houden in het voormalige gebedsgebouw. De huidige eigenaar van de kerk, Rens Swart, fotografeerde de drie jonkies vlak na de geboorte. “De uilenwerkgroep had mij gewaarschuwd dat er door het slechte weer veel kerkuilen het loodje hadden gelegd. Het was dan ook een verrassing toen ik bij het openen van de kast drie jongen in blakende gezondheid aantrof.”

Perfecte plaatje

Van het front van de steenuil zijn de berichten veel beter. De soort heeft de periode van ijs en sneeuw prima doorstaan. Het gevolg is dat de nestkasten over het algemeen goed gevuld worden aangetroffen. Zo ook op de boerderij van de familie Huijsmans aan de Pelsendijk op Notendaal waar beide uilensoorten vreedzaam naast elkaar leven. Gastgever André Huijsmans geniet van de aanwezigheid van de roofvogels. “Sinds we de muizen niet meer mogen voeren met  ‘speciaal voer’ zorgen zij ervoor dat de aantallen onder controle blijven. Maar het is vooral ook heel leuk om ze te zien vliegen.” Dochter Kim is fotograaf en schoot op eigen erf al de nodige ‘perfecte plaatjes’ van de dieren.

Rijpe geur

Voor de vrijwilligers van de Uilenwerkgroep is het openen van iedere kast als het uitpakken van een cadeautje. “Het is prachtig wanneer vier paar jonge uilenogen je aanstaren,” aldus René den Outer van de werkgroep. “Minder om te ruiken overigens, want de stank is verschrikkelijk. De nestkast dient als proviandkamer en soms liggen de dode muizen gestapeld tegen de wand. In combinatie met de geur van uitwerpselen zorgt dat voor een nogal rijpe geur.”

In het najaar, wanneer alle jongen gevlogen zijn, gaan de vrijwilligers nogmaals de ladder op om alle nestkasten schoon en klaar te maken voor een nieuw broedseizoen.

Foto’s: Vanuit de grote handen van vrijwillige René den Outer kijkt deze kleine steenuil nieuwsgierig de wereld in. Een wereld die tot dat moment beperkt was tot de veilige ruimte van de nestkast in een boom op het erf van de familie Huijsmans aan de Pelsendijk. Over een paar weken slaat dit exemplaar zijn vleugels en verlaat het ouderlijk nest.
En boven de gewelven van de voormalige Corneliuskerk op Welberg brengen pa en ma kerkuil drie kuikens groot. Ze krijgen al een aardig formaat. (foto’s: Rens Zwart en Kim Huijsmans).


[ door Dasja Abresch ]

Uit de Steenbergse Courant