donderdag 26 mei 2016, 11:30

‘Niet tegen tweede supermarkt, wel tegen locatie’

DINTELOORD – De leden van Winkeliersvereniging Dinteloord Winkeloord zijn niet tegen de komst van een tweede supermarkt in het dorp, maar maken wel bezwaar tegen de beoogde locatie, buiten het bestaande, compacte winkelgebied, zo laten zij weten in een gezamenlijk persbericht over de plannen voor een (discount) supermarkt aan de Karel Doormanstraat.

‘Wij krijgen van onze klanten regelmatig de vraag waarom we tegen de vestiging van een tweede supermarkt zijn, maar dat is dus niet aan de orde’, schrijft de winkeliersvereniging.

‘Als winkeliers zijn wij echter van mening dat het juist de kracht van een kleine kern als Dinteloord is om het winkelgebied compact en centraal te houden. Dat is niet alleen noodzakelijk voor de lokale middenstand, maar zeker ook in het voordeel van de consument’.

‘Een meerwaarde is dat ambachtelijke bedrijven zich kunnen blijven handhaven en eventueel uitbreiden, aangevuld met fashion- en wellnessbedrijven. Verspreiding, door het realiseren van een supermarkt buiten het centrumgebied, zal naar onze mening een dermate veranderend winkelgedrag met zich meebrengen, dat dit ten koste zal gaan van het bestaande winkelaanbod en uiteindelijk ook ten koste van het winkelend publiek’.

Volgens de winkeliersvereniging leidt een extra supermarkt buiten het kernwinkelgebied onherroepelijk tot verschraling van het aanbod en (grote) leegstand. Voorbeelden daarvan zijn te vinden in plaatsen als Fijnaart en Tholen, stelt de organisatie.

De discussie over de mogelijke vestiging van een tweede supermarkt in Dinteloord, waar nu alleen een Albert Heijn zit, loopt inmiddels al meer dan tien jaar. De meningen over de voor- en nadelen zijn verdeeld en ook onderzoeken laten verschillende uitkomsten zien, aldus de winkeliersvereniging.

‘Het is niet aan ons om initiatieven van ondernemers tegen te werken. Wij vinden het dienen van het algemeen belang, voor nu maar zeker ook voor de toekomst van de winkeliers en de consument, het belangrijkst’. 

Uit de Steenbergse Courant