dinsdag 17 september 2013, 08:16

Jet en Jan leren schooljeugd hoe zij 100 jaar geleden leefden

NIEUW-VOSSEMEER/STEENBERGEN – In het A.M. de Jongmuseum in Nieuw-Vossemeer is onlangs de aftrap gegeven voor het project ‘Jet en Jan, jong in 1910’. Een initiatief van Erfgoed Brabant om de basisschooljeugd te leren hoe het leven van kinderen in hun eigen woonomgeving er honderd jaar geleden uitzag. ‘Jet en Jan’ is ontwikkeld in samenwerking met Marktplaats Cultuureducatie, lokale musea en de heemkundekringen uit de gemeente Steenbergen.

Coördinator Cécile Cooijmans van Marktplaats Cultuureducatie Steenbergen en de leden Simon van Nispen en Herman Meijer van de Nieuw-Vossemeerse heemkundekring Ambachtsheerlijkheid zien het al helemaal voor zich. Leerlingen van groep 5 van de basisscholen Maria Regina, Groen van Prinsterer, Gummarus en Merijntje, die in het A.M. de Jongmuseum aan het zeepkloppen, kousen stoppen en koffie malen zijn.

,,De leerlingen gaan zich verplaatsen in het leven van kinderen die in 1910 jong waren, toegespitst op hun eigen dorp of stad. Het project vervangt de  leerstof van het thema ‘Leven in de tijd van Ot en Sien’, die in de geschiedenislessen van groep 5 wordt behandeld.’’

Huis op het schoolplein

In het lesproject vormt een (voorlees)verhaal over Jet en Jan de rode draad. Aan de hand van deze twee ‘leeftijdgenootjes’ uit het begin van de vorige eeuw, maken de kinderen van nu kennis met thema’s als kleding, wonen, school, de buurt, eten, spelen en werken anno 1910. Dankzij de inbreng van bestuurslid Jan Knuit van Ambachtsheerlijkheid wordt op het schoolplein van Merijntje in Nieuw-Vossemeer, waar Knuit leerkracht is,  zelfs een huis van toen nagetekend. Herman Meijer is erg benieuwd hoe de jeugd van tegenwoordig daar invulling aan gaat geven, wetende dat er vroeger veel grotere gezinnen waren dan heden ten dage.

Wilhelmina-gulden

 ‘Jet en Jan’ bestaat uit tien lessen. Negen van deze lessen voert de leerkracht zelf uit op school, met behulp van materialen uit een leskoffer. Die wordt gestald bij het museum en mag door iedere school ongeveer twee weken per jaar worden geleend. Eén les bestaat uit een bezoek aan een lokaal museum. De kinderen wordt gevraagd om dan zoveel mogelijk in kleding uit grootmoeders tijd te verschijnen.

De eerste museumles staat op de kalender voor de eerste week van oktober. Dan komen de leerlingen van de Maria Regina uit Steenbergen naar het A.M. de Jongmuseum. Aansluitend krijgen de kinderen het tweede deel van het voorleesverhaal te horen. Ook komen dan het gebruik van lei, griffel en kroontjespen aan bod en ontvangen de scholieren allemaal een gulden met de beeltenis van koningin Wilhelmina erop, om uit te zoeken wat je vroeger allemaal voor dat bedrag kon kopen.

Kruidenierswinkeltje

En dat kan mooi in het Nieuw-Vossemeerse museum, waar het vroegere kruidenierswinkeltje van de familie Timmermans een plekje heeft gekregen. Simon van Nispen: ,,Het zal voor de kinderen van nu, die alles met één vingerbeweging voor elkaar krijgen, een hele ervaring zijn om bijvoorbeeld alles met potlood en papier te moeten uitrekenen. Ook hebben we nog een heel oude weegschaal, waar de kinderen zelf ouderwetse producten in mogen afwegen.”

Met alle kennis die ze tijdens het project opdoen, wordt van de kinderen tenslotte verwacht dat zij het verhaal van Jet en Jan zelf afmaken.

Foto: Herman Meijer en Simon van Nispen van heemkundekring Ambachtsheerlijkheid in het A.M. de Jongmuseum met Anne Marie Buitenhuis van Erfgoed Brabant en coördinator Cécile Cooijmans van de Marktplaats Cultuureducatie (vlnr).

Uit de Steenbergse Courant