Afbeelding
dinsdag 29 september 2020, 13:00

Ingrid van Bezooijen en Lydia Testers begeleiden vluchtelingen in Dinteloord

DINTELOORD – “Had ik op een stoel gezeten, dan was ik er van verbazing afgevallen.” De Dinteloordse Lydia Testers kan zich de dag waarop zij voor het eerst hoorde dat VluchtelingenWerk actief is in haar eigen Dinteloord, nog levendig voor de geest halen. “Ik had echt geen idee,” geeft zij volmondig toe. “Dat er überhaupt vluchtelingen op het dorp wonen, was voor mij al een openbaring.”

Het was 2017 en Lydia was in training voor de Muscathlon, een sponsor-wandeltocht over het Indonesische eiland Sumba ten behoeve van kansarme kinderen ter plekke. Eenmaal terug pakte zij de telefoon op en belde plaatsgenoot Ingrid van Bezooijen van wie zij inmiddels wist dat zij het VluchtelingenWerk in haar woonplaats coördineerde. Ingrid (sinds 2015 actief als vrijwilligster) greep de geboden hulp met twee handen aan en sindsdien geven de vrouwen samen vorm aan het Vluchtelingenwerk Dinteloord. Dat bevalt hen beiden prima: “We voelen elkaar feilloos aan en hebben dezelfde aanpak: niet te flauw want daar wordt niemand beter van.”

Moederziel alleen

De achttien, veelal Syrische, gezinnen die zij begeleiden maken het volgens Ingrid en Lydia niet moeilijk om het werk met liefde en plezier te doen. “De mentaliteit van de Syrische mensen is in grote lijnen erg vergelijkbaar met die van ons. Ze zijn vriendelijk, beleefd en werken hard. Ze staan ook echt voor elkaar klaar.” Lydia draagt er een goed voorbeeld van aan: “Op een gegeven moment kwam er een Syrische man ’s avonds laat aan op het dorp. Hij was moederziel alleen en had niks. Ik heb via Whatsapp een ander gezin gevraagd of het de volgende morgen contact met hem op wilde nemen. Een half uur later kreeg ik een foto van die man die achterop de fiets onderweg was naar dat Syrische gezin waar hem een warm welkom en een maaltijd wachtte.”

Vertrouwen

Een onvergetelijk moment voor beiden was de reis naar Schiphol met een Syrische man die voor het eerst in drie jaar zijn gezin weer in de armen zou sluiten. “Zijn jongste kind van 2,5 jaar had hij alleen nog maar via zijn mobieltje gezien,” herinnert Ingrid zich. “Ik weet niet wie er onderweg zenuwachtiger was, hij of wij, maar het was een prachtig moment om mee te maken.” Ook Ingrid heeft inmiddels veel mooie herinneringen. “Een vrouw wilde dat ik bij haar zou zijn wanneer haar baby zou komen en dus ben ik met haar meegegaan naar het ziekenhuis en was ik bij de bevalling. Dat vergeet je nooit meer, vooral vanwege het vertrouwen wat deze mensen aan jou geven. Ik vraag me wel eens af of wij zoveel vertrouwen in anderen zouden hebben. Ik betwijfel het.”

Vrouwen onder elkaar

Het vrijwilligerswerk levert volgens beiden veel meer op dan de energie die het kost en dat is de reden dat er op hun hoofd geen haar staat die overweegt om ermee te stoppen. “Er is zoveel waardering en respect en oprechte belangstelling. Voor corona kwamen we met de vrouwen iedere veertien dagen bij elkaar, we kookten regelmatig samen en maakten uitstapjes. Dan ben je geen vrijwilligster en geen vluchteling, dan ben je gewoon vrouwen onder elkaar.”
Ondanks de wil en de veerkracht waarmee de gezinnen aan een nieuw leven in Nederland beginnen, is de oorlog altijd dichtbij. Lydia: “Bijvoorbeeld wanneer je hier in een huiskamer zit en samen met het gezin naar een filmpje op een mobiele telefoon kijkt. Het is een filmpje van een straat in puin, er is overal rook. Je hoort vrouwen huilen en je ziet een man die helpt om een gewonde buurman achter in een vrachtwagen te hijsen, terwijl kinderen verdwaasd toekijken. En ineens realiseer je je dat die helpende man in dat filmpje naast je op de bank zit.”

Gelukzoekers

Het is een voorbeeld dat voor Ingrid symbool staat voor haar beweegreden om het vrijwilligerswerk te doen. “Ik wil deze mensen gewoon helpen. Zij komen hier niet voor niets. Niemand laat voor zijn plezier alles achter om in een ander land met helemaal niks opnieuw te moeten beginnen. Het zijn geen gelukzoekers. Als ik toch één wens zou mogen doen, dan zou het wel zijn om dat woord nooit meer te hoeven horen. Bij de mensen die wij hier huisvesten, zit niet één gelukzoeker. Zij zijn allemaal gevlucht voor een oorlog. Gevlucht uit hun eigen land omdat zij geen kans zien om daar ooit nog een toekomst op te kunnen bouwen, hoe graag ze dat ook zouden willen.”

Onwetendheid

Het zijn de vooroordelen onder de Nederlanders die maken dat Van Bezooijen vaak op haar tanden moet bijten bij feestjes en partijen. “Ik zou zo graag die verkeerde vooroordelen weg willen werken. Dat vluchtelingen alles krijgen, is daar een voorbeeld van. Helemaal niet waar. De meubels en huisraad die ze moeten kopen, wordt meteen vanaf de eerste uitkering in termijnen terugbetaald. Ik vind het niet mijn taak om dat te vertellen aan Nederlanders. Het is allemaal onwetendheid dat weet ik wel, maar ik zou wel willen dat sommige mensen een beetje moeite deed om het ware verhaal te leren kennen.”
Zoals altijd is er ook een andere kant aan deze medaille, een glanzende kant: “We krijgen vanuit Dinteloord heel veel positieve energie en steun. Meubels, huisraad, kleding, speelgoed, het is iedere keer weer een verrassing wat er bij de voordeur staat. Wanneer we iets nodig hebben en we doen een oproep dan is het binnen de kortste keren, in veelvoud, geregeld.”

Foto: Lydia Testers en Ingrid van Bezooijen vormen samen met een klusjesman, Taalmaatjes en diverse vrijwilligers het team VluchtelingenWerk Dinteloord. De afgelopen jaren hielpen zij tientallen gezinnen aan een stevige basis om een nieuwe toekomst in Nederland op te bouwen.

Door: Dasja Abresch

Uit de Steenbergse Courant